Lilian van der Stap ~ De opstanding |
Palmzondag
is het begin van de Stille week. In deze week heeft elke dag zijn eigen verhaal.
Pasen en de stille week hebben een hele duidelijke christelijke oorsprong. Deze
week verhaalt van de glorieuze intocht van Jezus Christus in Jeruzalem tot de
opstanding met Pasen. Deze week volgt heel duidelijk de weg van het oude leven,
via de dood, naar het nieuwe leven. In de kerk ligt de nadruk in deze tijd
veelal op het lijden dat vooraf gaat aan Pasen, de opstanding zelf krijgt
minder aandacht. Vanuit de antroposofie is juist ook die opstanding belangrijk:
de opstanding van het ‘ik’, van ons bewustzijn, van nieuwe mogelijkheden. We
leggen de uiterlijke schijn af, zoals macht, status, hebzucht en laten dit
sterven. Daaruit kan een innerlijk bewustzijn opstaan, medeleven zonder
waardeoordeel, liefde voor alles wat leeft. Het één opgeven voor het ander is
niet gemakkelijk, daar gaat vaak een vorm van lijden aan vooraf.
Op school
vieren we dit feest niet heel uitgebreid. Goede vrijdag, de dag van de
kruisiging en begrafenis is meestal een vrije dag. De dag er voor is het Witte
donderdag, de dag van het laatste avondmaal, is niet heel geschikt voor een
uitbundig Paasfeest.
In de derde
klas wordt het Oude Testament behandeld, zij hebben vaak wel een Pesach
maaltijd. Pesach is het Joodse lentefeest waarbij de bevrijding van het joodse
volk van de slavernij wordt gevierd.
Voor jongere
kinderen is de opstanding van Christus eigenlijk nog niet goed te begrijpen. Beelden
in opstandingssprookjes worden wel goed opgenomen. Denk aan Roodkapje,
Sneeuwwitje of De wolf en de zeven geitjes. En het onderwerp van opstanding in
de vorm van de ontluikende natuur vanuit het ogenschijnlijk dode winterse landschap
is juist iets wat je met jonge kinderen heel goed kunt vieren. Zo is Pasen, net
als Palmpasen, eigenlijk een lentefeest. De naam voor Pasen in Engeland en
Duitsland zijn Easter en Ostern. Deze namen zijn afgeleid van Ostara, de godin
van de lente en de vruchtbaarheid.
Ook het
Paasfeest zit weer vol symbolen van nieuw leven. De eieren die we schilderen,
zoeken en eten laten zien hoe er iets nieuws kan groeien uit iets wat
ogenschijnlijk dood is. Uit de harde schil komt een zacht levend donzen
kuikentje. Zowel de eieren als de haas stammen als symbool nog uit de tijd van
de Germanen. Het ei gold heel vroeger als iets heiligs, een symbool voor het
ontkiemende leven.
De haas
vertegenwoordigt ons hoger bewustzijn, ons “hoger ik”. De haas is vruchtbaar en
heel onzelfzuchtig. Achtervolgd door jachthonden zal een uitgeputte haas
vervangen worden: een andere haas neemt zijn plaats in. De haas heeft geen hol,
maar een leger. Veel vogels maken gebruik van de hazenlegers om hier een nest
van te maken en eieren uit te broeden. Hier wordt de verbinding van de haas die
de eieren verstopt duidelijk. Zo vormt de haas en prachtig symbool voor ons
“ik”. Een “ik” om ons aan te spiegelen. In deze periode kunnen wij groeien,
weer een verbintenis krijgen met de geestelijke wereld en innerlijk wakker
worden. En de haas, die oog heeft voor de noden van een ander en zonder
zelfzucht alles doet om een ander te redden laat daarmee eigenschappen zien die ook Jezus Christus worden toegedicht.
Zo is Pasen het feest van de opstanding en het licht worden.
Het geeft nieuwe impulsen en nieuwe groeikracht. Niet alleen in de natuur, maar
ook in jezelf. Nieuwe dingen zijn in deze periode makkelijker te ontwikkelen.
De opstanding va het 'ik' maakt het ons bewust wat we doen en maakt ons sterk
voor de komende zomer.