Januari ~ De aanbidding der wijzen

Toen dan Jezus geboren was te Bethlehem in Judea, in de dagen van koning Herodes,

zie, toen kwamen priesterwijzen uit het Oosten te Jeruzalem. En zij zeiden: Waar is

de geboren koning der joden? Want wij hebben zijn ster zien opgaan en zijn geko-

men om voor hem te knielen.

     Toen koning Herodes dat hoorde, ontstelde hij en geheel Jeruzalem met hem. Hij

riep alle overpriesters en schriftgeleerden van het volk bijeen en trachtte van hen te

vernemen, waar de Christus geboren zou worden. Zij zeiden tot hem: Te Bethlehem

in Judea. Want alsdus staat geschreven door de profeet:

     'En gij, Bethlehem in het land Judea, zijt geenszins de geringste onder de vor-

     stensteden van Juda, want uit u zal de leidsman voortkomen, die mijn volk Israël

     hoeden zal.'

Toen gebood Herodes in het geheim de priesterwijzen en vroeg hun nauwkeurig

naar de tijd, waarin de ster was verschenen. En hij zond hen naar Bethlehem en zeide:

Gaat en doet nauwkeurig onderzoek naar het kind; en zodra gij het vindt, geeft mij

bericht, dan wil ook ik gaan en voor hem knielen.

     Zij hoorden de koning aan en gingen op weg. En zie, de ster, die zij hadden zien

opgaan, ging hun voor, totdat zij boven de plaats bleef staan waar het kind was. Toen

zij nu de ster zagen, werden zij van grote vreugde geheel vervuld. Zij traden het huis

binnen en zagen het kind met Maria, zijn moeder, en zij vielen neer en vereerden

hem. En zij openden hun schatkisten en brachten hem hun gaven: goud en wierook

en mirre.

     In de droom echter ontvingen zij een goddelijke aanwijzing, niet tot Herodes terug

te keren; en zo trokken zij langs een andere weg weer naar hun land. 

Mattheüs 2: 1-12

 

 

 Het beeld van de aanbidding van het kind door de drie koningen wordt prachtig aangevuld door dat van de verkondiging aan Maria en de zondeval. Waar het adventsbeeld ons herinnerde aan het verleden met de zondeval, wijst dit beeld op de toekomst van de mensheid en de aarde. In het onderste gedeelte brengen de koningen hun offers aan het kind: goud, wierook en mirre. Getrouw het verslag uit het evangelie van Mattheüs, zijn Maria en het kind te zien in een welgesteld huis. De ster die de koningen leidde, straalt boven het huis. Maria heeft het kind op haar schoot, het strekt de armen uit om te ontvangen en te zegenen. 

De koningen zijn gekleed in de kleuren die bij hun zielwezen past. Melchior draagt rood, hij is de brenger van het goud. De donkere, in het groen geklede koning Kaspar brengt de oude remedie mirre. De oudste koning, de vrome Bathasar, gekleed in het stemmige blauw, biedt de wierook aan. In de koningen zien we ook de vertegenwoordigers van het denken (Melchior), voelen (Balthasar) en willen (Kaspar). Deze drie zielsactiviteiten hebben zij zich eigen gemaakt door een strenge scholing, omdat dit deel uitmaakte van de waardigheid van een Priesterwijze. Dat wil zeggen: De koningen hebben het doel van hun inspanningen bereikt. 

Nu brengen ze het kind hun kostbaarste geschenken, wat intern verworven is, in een uiterlijk symbool. De drie Priesterwijzen zijn geschoolde mensen. Het zwarte kruis met de zeven rode rozen op de voorgrond is daarvan een sprekend symbool. 

De gouden stad, het hemelse Jeruzalem, schittert boven de aardse gaven. Alsof ze is samengevoegd tot één gouden woning. 

"In het huis van mijn Vader zijn vele woningen. Als dat niet zo was, zou ik jullie dan hebben gezegd, dat ik erheen ga om voor jullie een plaats te bereiden?"

Johannes 14:2

Twaalf engelen omgeven de heilige stad. Hun verscheidene kleuren en gebaren behoren bij hun essentie. Deze kleuren en gebaren zijn ook terug te vinden in de euritmie, een moderne bewegingskunst. Daar zijn zij als dierenriemtekens bekend. Ook de twaalf edelstenen, die in de openbaring van Johannes worden aangeduid als de fundamenten van de muren van de stad, vinden we terug bij de engelen. 

"De fundamenten van de stad zijn met alle soorten edelstenen versierd: het eerste fundament is jaspis, het tweede saffier, het derde chalcedoon, het vierde smaragd, het vijfde sardonyx, het zesde sarder, het zevende chrysoliet, het achtste beril, het negende topaas, het tiende chrysopraas, het elfde hyacint, het twaalfde amethist."

Openbaring 21:18-21

Deze twaalf edelstenen vertegenwoordigen elk een deugd. Deze deugden nastreven kan een verheven levensdoel zijn. Voor dit streven hebben wij de koningskrachten 'Denken, Voelen en Willen' nodig. 

Het is geniaal, zoals de kunstenares de aanbidding door de koningen met het toekomstbeeld van de hemelse stad Jeruzalem heeft verbonden! Alles wat er op aarde gebeurt ter wille van het Goddelijke, alle oprechte inspanning en streven, heeft eeuwigheidswaarde. Het bouwt mee aan de toekomst van de mensheid en een nieuwe aarde. 

Vrij vertaald naar "Bildmappe für Kinder" van Brigitte Barz en Gabriela de Carvalho.