Aan een mooi versierde Palmpaasstok hangt vaak een klein netje voor wat chocoladepaaseitjes. Zo'n netje kan je heel goed zelf haken en dat is helemaal niet zoveel werk.
Je kan een netje haken in meerdere kleuren door met meerdere kleurtjes katoen streepjes te maken. Zelf vind ik het fijn om een bolletje katoen te gebruiken dat al kleurverloop in zich heeft. Zo krijg je een mooi kleurig netje zonder steeds te hoeven aan- en afhechten. Het netje dat ik voor deze tutorial haakte is 10,5 cm hoog en 7,5 cm breed.
Wat heb je nodig?
dun garen, ik gebruikte garen voor haaknaald 1,75-2
een haaknaald ik gebruikte een nummer 3
(met een dunnere haaknaald wordt het netje kleiner, met dikker garen wordt het groter)
een paperclip of veiligheidsspeld om de eerste lus van een toer mee te markeren
Gebruikte steken: L(osse), H(alve)V(aste), V(aste) en St(okje).
Start met een magische ring en haak daaraan 6V.
Sluit met een HV.
Nu heb je een mooie ring voor de
bodem van het netje om op verder te haken.
Nu haak je 4L en dan een V in de eerste V van de ring. Je hebt nu een klein lusje gehaakt. Doe dit nog vijf keer, zodat je een soort bloemetje hebt gehaakt van zes kleine lusjes om de bodem. Sluit deze toer af door nog eenmaal 4L te haken en haak 1V in de top van het eerste lusje. Doe een paperclip om het laatste lusje dat je net gehaakt hebt, dit is je eerste lus van de volgende toer.
Maak nu weer een rondje door steeds 4L te haken en dan 1V in de volgende lus. Als je rond bent en een V hebt gehaakt in de lus met de paperclip, verplaats je de paperclip weer naar de laatste lus die je net gehaakt hebt.
Nu gaan we een toer meerderen. Dit doe je door 4L te haken, dan 1 V in de eerste lus, weer 4L en dan 1V in dezelfde lus. Maak zo een heel rondje van twee lusjes in één lusje, zo heb je uiteindelijk een bloem van 12 lusjes.
Nu haak je weer steeds 12 lusjes in elke toer, je werk gaat dan steeds een beetje boller staan en uiteindelijk vormt zich vanzelf een zakje. Ik haakte na het rondje meerderen nog 13 toeren.
Voor de rand haak je nu eerst een hele toer vasten bovenlangs. Ongeveer 4V per lus en dan nog eentje in de V tussen twee lussen in. Sluit met een HV.
Haak een paar HV naar het midden van de volgende lus. Dan 4L en een St in de volgende V. Dan 2L en 2St in de volgende lus. Maak zo het rondje af en sluit met een HV.
Je eindigt het zakje met nog een toer vasten. Ik haakte steeds 4V tussen de St en dan 2 op de St zelf. Zo krijg je een beetje een geschubde rand. Sluit af met een HV en hecht de draadjes af.
Haak nu een ketting van lossen van ongeveer 80 cm. Deze rijg je tussen de stokjes door en knoop je met de uiteinden aan elkaar. Nu kan je het zakje dichttrekken.
Deze zakjes zijn heel gemakkelijk te vergroten of verkleinen. Bijvoorbeeld door de dikte van de haaknaald en garen aan te passen. Maar ook door een extra toer te meerderen of juist om het lusje te meerderen, meer toeren lusjes te haken of juist minder.....
Heel veel haakplezier!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Wat leuk dat je een reactie achter laat!